Van Renate Dorrestein heb ik al een hele tijd niets meer
gelezen. Onderstaande flaptekst maakt me nieuwsgierig, dus ik haal hem bij de
Sprinters van de bibliotheek. Wel opletten, denk ik bij mezelf, want hij moet
binnen een week uit. In minder dan 24 uur heb ik het boek gelezen. Ik heb het
gevoel dat ik Almere een stuk beter ken en heb bewondering voor de realistische
fantasie van de schrijfster.
Flaptekst:
De wereld vergaat. Alleen Almere blijft bestaan.
Van de bevolking zijn nog maar enkele duizenden bewoners over. Op een paar honderd gevangenen na zijn dat allemaal vrouwen.
De wereld vergaat. Alleen Almere blijft bestaan.
Van de bevolking zijn nog maar enkele duizenden bewoners over. Op een paar honderd gevangenen na zijn dat allemaal vrouwen.
Het boek beslaat de drie jaar na de komst van de
geheimzinnige mistbank die Almere
afsluit van de buitenwereld en een ieder die er doorheen probeert te gaan laat
verdwijnen. Vlak ervoor is de schrijfster, Renate Dorrestein zelf, aangekomen in haar huis in ‘De
fantasie’, een wijkje in Almere. Ze is aangesteld als stadsschrijver door de
wethouder van Cultuur, wat in het echt ook het geval was.
Wat gebeurt er met een samenleving die van het ene op het
andere moment afgesneden is van de rest van het land? En ook nog zonder
elektriciteit en internet zit? En zonder duidelijke leiding? En met als loerend
gevaar de ontsnapte gevangenen?
In het boek lees je hoe de samenleving zich als het ware weer bij elkaar raapt, profiteert van de natuurlijke omstandigheden van de stad, met veel parken, een stadsboerderij en water. Dit maken we mee door de ogen van de diverse bewoners, die elk hun eigen dilemma hebben om ook nog eens mee te dealen.
Zoals Bianca en Rudi, die als enige een gezin hebben, waarbij Bianca
haar man moet delen met talloze andere vrouwen in de stad. Dennis, die zich
drie jaar lang verstopt en piekert over het feit dat zijn vader zelfmoord heeft
gepleegd. En dan hebben we ook nog Lazaar, Safae, Sydney, Jacob en de
schrijfster zelf, die van alle gebeurtenissen nauwkeurig verslag probeert te
doen en en passant ook nog in het bestuur van Almere terecht komt.
De start van het verhaal deed me wel steeds denken aan de
serie ‘Gone’ van Michael Grant, maar dat is logisch want daar zit een soort
koepel om de wereld heen. Hoeveel variatie kan dit thema hebben? Maar al vrij
snel na de start werd ik echt het verhaal ingezogen, en zag het allemaal voor
me gebeuren. Tijdens het lezen moest ik ook steeds denken aan een van mijn
lievelingsboeken: ‘Zomaar een stad door de eeuwen heen’, waarbij je op iedere plaat
kunt zien hoe een stad zich ontwikkelt.
Wat ik knap vind in het verhaal dat het niet alleen over
gebeurtenissen en dillema's van mensen gaat, maar dat er op een onnadrukkelijke
manier nog wat maatschappijkritiek doorheen geweven zit. Een mooi voorbeeld hiervan
vind ik de situatie waarin Sidney, een van de
leiders aan Dennis uitlegt waarom in Almere sinds de ramp niemand zelfmoord
heeft gepleegd:
‘Het heeft een groot voordeel om in een wereld te leven die niet
perfect is: je hoeft zelf ook niet volmaakt te zijn. Hier heeft niemand het
gevoel dat hij een loser is als hij ergens geen succes van weet te maken.
....Hier hoef je je niet onmachtig te gapen aan anderen die het wel voor elkaar
hebben. Niemand eist hier van je dat je gelukkig bent, of dat je je dromen
waarmaakt. De lat ligt lager, dus hoef je je ook niet op te knopen als je faalt
of tekort schiet.’
In het verhaal ligt het kwaad steeds op de loer, in de vorm
van ‘het kasteel’ waar een deel van de ex-gedetineerden woont. Maar, zoals
Safae het voor zichzelf verwoord, ‘het kwaad’ zit ook in onszelf. Hoe daar mee
om te gaan?
Als ik het boek uit heb, heb ik het gevoel dat ik Almere
iets beter ken, in ieder geval de landschappen en wijken. De stad waar ik nooit
kom staat toch iets beter op mijn netvlies en denk, met de schrijfster, dat dit
de meest geschikte stad is om te wonen als het einde der tijden komt. Toch maar
verhuizen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten