zondag 31 mei 2015

Inzoemen op een geheim, of helikopterview over een periode?


Wat bevalt me beter? Een roman waarop ingezoomd wordt op een geheime boodschap ontvangen in een korte periode op verschillende plekken in Europa? Of een chronologisch overzicht van een familie uit Rotterdam in de Tweede Wereldoorlog, beschreven vanuit het gezichtspunt van Katja, de oudste dochter van een kruideniersfamilie? Ik weet het niet zo goed.
Ik las:
‘Bericht uit Berlijn’ van Otto de Kat  en meteen daarna ‘De lege stad’ van Simone van der Vlugt. Dit had geen vooropgesteld plan. Het eerste boek nam ik mee uit de bibliotheek vanwege de naam Berlijn in de titel. Het tweede boek heeft mijn moeder een hele nacht wakker gehouden, wat mij altijd reden geeft om het betreffende boek te lezen.


In het boek van Otto de Kat krijgt de Nederlandse diplomaat Oscar Verschuur een geheime boodschap over de inval in Rusland, die hij door wil geven aan de geallieerden. Hij denkt hier lang over na en onderneemt vervolgens een reis naar Londen om het geheim aan de assistent van Churchill te vertellen. Uiteindelijk doet hij het niet omdat hij bang is dat de herkomst van de boodschap naar zijn dochter Eva te herleiden is. Door deze beslissing krijgt hij te maken met zijn eigen geweten en met de mening van de twee vrouwen in zijn leven. Wat offer je op? Een arrestatie of gevangenschap of erger voor je dochter? Tegenover het leven van miljoenen naamloze Russen? Vanuit diverse perspectieven wordt deze vraag behandeld.
Een soortgelijk dilemma komt Katja uit het boek ‘De lege stad’ tegen. Verraad ze Bas, de Joodse baby van haar vriendin en houdt ze daarmee haar broers en zussen uit de handen van de Duitsers? Of niet?
Gelukkig heeft Katja een uitweg, namelijk haar vriendschap met Max, een Duitse Unterstormführer. Hij redt haar gedurende de oorlog uit een aantal benarde situaties. Ze heeft, op aanraden van haar man, vriendschap met hem gesloten en krijgt gaandeweg het boek ook diepere gevoelens voor hem.
Waar Otto Verschuur zijn zetten overdenkt als een schaker en uiteindelijk besluit niets te doen, krijgen we als lezer een veel minder duidelijk beeld van de overwegingen van Katja. We lezen wel over haar slapeloze nachten, maar wat precies haar overdenkingen zijn wordt minder uitgewerkt. Dat is logisch, ze heeft een prioriteit: om haar broers en zussen ongeschonden door de oorlog heen te loodsen. Dat lukt haar wonderwel, vooral door pragmatisch handelen. En passant doet ze nog klusjes voor het verzet en redt ze een Joodse baby. 

Ik leer Katja het beste kennen in de gesprekken die ze met haar schoonouders heeft, waarin ze netjes maar ook heel duidelijk haar mening geeft over de kant die deze mensen hebben gekozen. Deze conversaties maken dat ik Katja een dappere heldin vind, in tegenstelling tot Oscar wiens handelen zich vooral in zijn hoofd afspelen en weinig in zijn daden. Logisch ook wel weer als je het in het tijdsbestek ziet: het ene boek speelt zich af in het voorjaar van 1941, het andere omspant de gehele oorlogsjaren waarin je dus veel meer situaties tot handelen tegenkomt.
Het boek van Otto de Kat vind ik prachtig geschreven. Het bevat heel veel mooie zinnen en ook de beschreven situaties van de diverse plekken zijn zo beeldend dat je het zo voor je ziet. Ook in het boek van Simone van der Vlugt vind ik met name de scenes van de stad en hoe alles vernielt is heel mooi beschreven. Ik heb veel geleerd van dit boek. Niet alleen hoe het verloop van de oorlog in zijn algemeenheid ging, maar ook hoe de situatie was in Rotterdam. Wel stoorde ik me regelmatig aan de uitleggerige toon in het boek. In het begin worden de karakters van de broers en zusjes bijvoorbeeld beschreven, dat vind ik als lezer niet nodig, gaandeweg het boek leer ik ze genoeg kennen. Laat mij alsjeblieft ook denken tijdens het lezen!
Om het boek ‘Bericht uit Berlijn’ heb ik geen traan gelaten en had ik na het lezen een beetje onbestemd gevoel. Terwijl het boek ‘Een lege stad’ me erg aangreep omdat je toch meeleeft met de hoofdpersoon.

Wat lees ik liever? Ik maak geen keuze, het is appels met peren vergelijken. Ik zou graag lezen over een periode waarin Katja haar beslissingen neemt over haar liefde voor Max, maar dan geschreven door Otto de Kat. Of zou graag lezen hoe het met de hoofdpersoon Otto Verschuur verder is gegaan tijdens de oorlog, toen het ergste nog moest komen. The best of both worlds als het ware.
Maar....die bestaat niet. Van het ene boek pak je dit...het andere boek geeft je iets anders. Dat maakt lezen zo leuk, en boeiend. Het verveelt nooit, toch?




woensdag 20 mei 2015

Alle dieren levend en vrij

Flaptekst: Gijs is stomverbaasd als Dietie uit zijn klas ineens speciale aandacht voor hem heeft. Dietie is stoer, onverschrokken, trekt zich van niemand iets aan en Gijs is... gewoon Gijs. De normaalste jongen van Veenholten, Drenthe, Nederland. Of toch niet, als iemand als Dietie bevriend met hem wil zijn? Gijs wordt door Dietie een geheime organisatie binnengelokt, zó geheim dat hij niet eens weet waar hij aan meedoet. Pas tijdens zijn eerste nachtelijke missie ontdekt Gijs waar het om gaat: hij is lid van een dierenbevrijdingsorganisatie. Dieren horen niet in hokjes, vindt Dietie. Ze horen ook niet doodgemaakt te worden. Ze horen levend en vrij, allemaal! Het zal wel, vindt Gijs. Hij is niet zo'n actievoerder. Eigenlijk gaan Dieties acties hem te ver. Maar het leven is ineens wel een stuk leuker en spannender. Dan komt Dietie met een waanzinnig plan. Zo waanzinnig dat het niet normaal meer is.

Een nieuw boek van Mariken Jongman. Die wil ik lezen. Ik hou van haar boeken, waarin kinderen eigenwijs zijn, nadenken en reflecteren op een leuke manier. Waarin de gedachten van de kinderen gevat worden in virtuoze taal met grappig woordgebruik. Het taalplezier spat er voor mij af. Ik heb in het eerste jaar van de opleiding Proza voor Kinderen les gehad van Marike en vond dat erg inspirerend. Vandaar dat ik nieuwsgierig was naar dit nieuwste boek, verschenen in 2014.
En het is de schrijfster weer gelukt, om interessante hoofdpersonen te scheppen. De bazige Dietie die uit een beetje vrijgevochten gezin komt, een ‘verleden’ heeft en met een hoop geheimzinnige acties Gijs voor haar karretje weet te spannen. En Gijs, de jongen waarbij ‘gewoon’ als het ware op zijn voorhoofd geschreven staat. Niet opvallend, rustig, vrienden in de klas waar hij hele gewone jongensdingen mee doet. Tot Diete hem uitkiest voor de geheimzinnige Klub. Gijs verandert. De verandering die Gijs doormaakt is vooral te volgen via zijn uitgebreid beschreven gedachten. Gelukkig zit er ook wel wat ‘show, don’t tell’ in het verhaal, wat de verhaallijn van de ontwikkeling van Gijs levendig houdt. Hij noemt zijn ouders bij hun voornaam, gaat conflicten met ze aan en ziet ze opeens als ‘die mensen’. Hierdoor is de afstand te merken die ontstaat naarmate Gijs verandert, zeg maar groeit. Aan het einde van het boek zijn de rollen tussen Gijs en Dietie omgedraaid.

Tussen het begin van het verhaal en het einde heeft de Klub een aantal voorvallen meegemaakt in de vorm van acties. En over die acties wil ik het nog even hebben. Pas op blz 81 wordt het eerste nachtelijke avontuur beschreven  , dat vind ik rijkelijk laat. Tot die tijd volgt de lezer allerlei geheimzinnige verhandelingen over de toetreding van Gijs tot de Klub. Als ik deze opbouw bekijk door de ogen van een groot aantal kinderen uit mijn klas, dan denk ik dat ze allang gestopt zouden zijn met dit boek. Dit is de ervaring die ik ook heb met het boek ‘Sokkenthee en chocolade’ uit 2011. Omdat ik erg enthousiast was over dit boek, raadde ik het veel aan aan bij mijn leerlingen. Maar er is tot nu toe geen kind geweest die dit als lievelingsboek bestempelde. ‘Dat meisje denkt zo lang en ik vind het dan saai. Dit is toch geen fantasie?’ zei een van mijn goede lezers laatst. 
Dat je fantasie kunt hebben en dat je gedachten dan met je op de loop kunnen gaan, is voor sommige kinderen heus wel voor te stellen, maar blijkbaar niet teveel aan het begin van het boek. Mijn leerlingen haken dan af, wat ik als fan dan natuurlijk erg jammer vind.
Misschien komt het ook omdat de leefwereld van de hoofdpersonen van het boek vrij ver weg staat van de leefwereld van mijn stadse leerlingen met een andere culturele achtergrond. Ik ben nieuwsgierig of mijn vooronderstelling klopt, maar dit vraagt meer onderzoek en gesprekken over deze boeken met mijn klas. Ik zou het misschien nog beter kunnen vergelijken als het nieuwe boek van Marike zich afspeelt in een stadse omgeving met een iets minder reflecterende hoofdpersoon. Uitdaging voor de schrijfster? 



 

zondag 17 mei 2015

De laatkomer - Dimitri Verhulst

Op een van de vele begrafenissen die Désiré Cordier bezoekt hoort hij iemand zeggen: “De volgende keer dat wij in onze zwarte impermeabel* tegader staan, zou het wel eens voor Roza Rozendaal kunnen zijn!!”
Meteen maken we als lezer een sprong terug in de tijd als Désiré beschrijft hoe hij vroeger bijna met Roza bijna heeft gezoend, maar door eigen lafheid dit niet heeft doorgezet. In plaats daarvan is hij getrouwd met Moniek en heeft zijn leven lang vernederingen en gevit geslikt. Nu hij met pensioen is, heeft hij hier genoeg van. Hier bovenop komt de absolute vernedering waarin zijn vrouw zijn kinderen vertelt dat hij geen erectiepillen wil slikken en de mededeling dat zijn oude liefde in de war is en verblijft in Huize Winterlicht. Deze samenloop doet hem besluiten om dementie voor te wenden.

In het boek wordt beschreven wat hij hiervoor heeft moeten doen, en welke vernederingen hij in het tehuis moet doorstaan. Zo is er een grappig stukje beschreven over de manier waarop de verpleging met de bewoners communiceert, een cynische beschrijving van de begrafenisrituelen en de omschrijving over verplicht schijten in je bed, omdat je anders niet echt dement lijkt.
Zij dementie voorwenden lukt trouwens niet bij iedereen. Op een gegeven moment zit hij te wachten bij de nep-bushalte in de tuin van het tehuis en vertelt een medebewoner dat hij hem doorheeft omdat hij het er te dik boven op legt.

Terugblikkend op het boek vond ik het grappig om te lezen. Op iedere bladzijde heb ik genoten van de Belgische woorden, omschrijvingen die de hoofdpersoon gebruikt en metaforen. Willekeurig geprikt: “Ook zij bestond voor zestig procent uit water, en dat moest er die ochtend allemaal langs boven uit, precies.” ( huilen, blz. 84). Dit soort zinnen maakte dat ik het boek met plezier las.
Maar, voor mij is dat niet genoeg. Achteraf bezien gebeurt er vrij weinig in het verhaal en heeft het ook niet echt een indruk op me achter gelaten. Het gegeven van dementie voorwenden is grappig en ik heb bewondering voor de consequente uitvoering van de hoofdpersoon. De hoofdpersoon zelf vind ik een slapjanus, een sukkelige kerel die echt op een geen enkele manier iets probeert te maken van zijn leven. Maar ook dat is niet erg, de hoofdpersoon van Tirza vond ik ook een vervelende rotvent, maar het boek vind ik fantastisch. Al met al is mijn eindoordeel: leuk boekje. Punt.

Dat het boek favoriet is bij mijn zoon en andere leerlingen in het Voortgezet Onderwijs kan ik goed begrijpen. Het leest lekker weg. Het was voor het eerst dat mijn oudste zoon een boek had gelezen en mij een tip gaf; ‘deze moet je lezen.’ Dat was voor mij al reden genoeg om dit boek ter hand te nemen. En in de toekomst misschien een andere van deze schrijver, want  toch ben ik nieuwsgierig genoeg geraakt naar meer boeken van hem. Iemand een tip?


*impermeabel = regenjas ;-) 


maandag 11 mei 2015

hallo muur - erik jan harmens

Hallo muur
Het boek ‘Hallo muur’ wordt op de flaptekst als volgt beschreven: een eerlijk, ontroerend en zeker ook grappig verslag over dwalen, falen en blijven ademhalen, en een hart onder de riem voor mensen die een nieuw leven proberen op te bouwen nadat ze de bodem hebben bereikt.

De schrijver Erik Jan vertelt in korte column-achtige hoofdstukken over zijn alcoholverslaving. In verleden tijd vertelt hij hier over, hoe het begonnen is en hoeveel moeite het hem kost om nu al anderhalf jaar niet te drinken. Deze verhalen vertelt hij tegen de muur, wij mogen meelezen.
Ieder stuk van het verhaal bevat details, die maken dat je het echt voor je ziet gebeuren. Zo begint hij zijn boek  met de beschrijving gisteren, een mooie dag waarin hij de wereld aankon. De begroetingen bij het winkelcentrum verliepen gewoon, de avocado die hij kocht was precies goed en smaakte goddelijk. Hij ruimde op en ging op de bank tien minuten liggen mijmeren.
Vandaag is de tweede avocado versteend, smakeloos en in het winkelcentrum begroet hij een bekende veel te enthousiast. “De ander zal wel gedacht hebben: wat is er met die man aan de hand, is hij dronken?” Door deze introductie was het voor mij niet moeilijk om Erik Jan voor me te zien, een mens van vlees en bloed, soms zit het mee, soms zit het tegen.

Maar dan begint zijn echte verhaal. Heen en terug springend in de tijd vertelt hij over zijn jeugd, het gestrande huwelijk van zijn ouders en zijn eigen leven. Zijn vertelstijl is gedetailleerd en vertelt precies over zijn eerste ervaringen met alcohol; een hele fles witte martini dronk hij leeg met zijn vriend Saul. In de loop van het verhaal vliegen alle ‘eenheden’ alcohol, zoals dat in hulpverlenerstaal heet, je om de oren. Want Erik Jan drinkt ontzettend veel, in mijn ogen. Hoe hij daar zelf over denkt kom je niet echt achter, nergens geeft hij zijn mening over zijn situatie en over het feit dat hij zoveel drinkt. Ook wijt hij in het verhaal geen gedachten over eventuele achterliggende oorzaken.
De situaties waarin hij terecht komt door zijn drankgebruik, de trucjes die hij heeft bedacht om het te verdoezelen en de stappen die hij een aantal keer zet om er mee te stoppen, ze komen allemaal voorbij. Soms grappig, maar vooral ook schrijnend in mijn ogen. En verbijsterend, dat iemand evengoed nog kan functioneren met zoveel drank in zijn lijf.


Ik had het boek snel uit, maar heb in de week daarna af en toe nog hoofdstukken na gelezen. Daardoorben ik het boek nog meer gaan waarderen. Het viel me op dat er geen woord teveel geschreven wordt, terwijl er tussen de regels wel veel valt te lezen ( als je dat wilt). Ook het gebrek aan bespiegelingen beviel me achteraf wel. Je kan je eigen mening vormen.
In ieder geval heb ik hele grote bewondering voor de hoofdpersoon, hoe hij zijn verslaving overwonnen heeft. Doordat dit boek het zo gedetailleerd omschrijft ga je toch ‘een beetje mee tot op de bodem’, maar dan vanuit de gerieflijke positie van de leesstoel. Complimenten voor de schrijver, gezien de overwinning en de prachtige tekst.
Ik zou zeggen: lees dit boek!