Het boek ‘Hallo muur’ wordt op de flaptekst als volgt beschreven:
een eerlijk, ontroerend en zeker ook grappig verslag over dwalen, falen en
blijven ademhalen, en een hart onder de riem voor mensen die een nieuw leven
proberen op te bouwen nadat ze de bodem hebben bereikt.
De schrijver Erik Jan vertelt in korte column-achtige hoofdstukken
over zijn alcoholverslaving. In verleden tijd vertelt hij hier over, hoe het
begonnen is en hoeveel moeite het hem kost om nu al anderhalf jaar niet te
drinken. Deze verhalen vertelt hij tegen de muur, wij mogen meelezen.
Ieder stuk van het verhaal bevat details, die maken dat je
het echt voor je ziet gebeuren. Zo begint hij zijn boek met de beschrijving gisteren, een mooie dag
waarin hij de wereld aankon. De begroetingen bij het winkelcentrum verliepen
gewoon, de avocado die hij kocht was precies goed en smaakte goddelijk. Hij
ruimde op en ging op de bank tien minuten liggen mijmeren.
Vandaag is de tweede avocado versteend, smakeloos en in het winkelcentrum begroet hij een bekende veel te enthousiast. “De ander zal wel gedacht hebben: wat is er met die man aan de hand, is hij dronken?” Door deze introductie was het voor mij niet moeilijk om Erik Jan voor me te zien, een mens van vlees en bloed, soms zit het mee, soms zit het tegen.
Vandaag is de tweede avocado versteend, smakeloos en in het winkelcentrum begroet hij een bekende veel te enthousiast. “De ander zal wel gedacht hebben: wat is er met die man aan de hand, is hij dronken?” Door deze introductie was het voor mij niet moeilijk om Erik Jan voor me te zien, een mens van vlees en bloed, soms zit het mee, soms zit het tegen.
Maar dan begint zijn echte verhaal. Heen en terug springend
in de tijd vertelt hij over zijn jeugd, het gestrande huwelijk van zijn ouders
en zijn eigen leven. Zijn vertelstijl is gedetailleerd en vertelt precies over
zijn eerste ervaringen met alcohol; een hele fles witte martini dronk hij leeg
met zijn vriend Saul. In de loop van het verhaal vliegen alle ‘eenheden’ alcohol,
zoals dat in hulpverlenerstaal heet, je om de oren. Want Erik Jan drinkt
ontzettend veel, in mijn ogen. Hoe hij daar zelf over denkt kom je niet echt
achter, nergens geeft hij zijn mening over zijn situatie en over het feit dat
hij zoveel drinkt. Ook wijt hij in het verhaal geen gedachten over eventuele
achterliggende oorzaken.
De situaties waarin hij terecht komt door zijn drankgebruik,
de trucjes die hij heeft bedacht om het te verdoezelen en de stappen die hij
een aantal keer zet om er mee te stoppen, ze komen allemaal voorbij. Soms grappig,
maar vooral ook schrijnend in mijn ogen. En verbijsterend, dat iemand evengoed
nog kan functioneren met zoveel drank in zijn lijf.
Ik had het boek snel uit, maar heb in de week daarna af en
toe nog hoofdstukken na gelezen. Daardoorben ik het boek nog meer gaan
waarderen. Het viel me op dat er geen woord teveel geschreven wordt, terwijl er
tussen de regels wel veel valt te lezen ( als je dat wilt). Ook het gebrek aan
bespiegelingen beviel me achteraf wel. Je kan je eigen mening vormen.
In ieder geval heb ik hele grote bewondering voor de hoofdpersoon, hoe hij zijn verslaving overwonnen heeft. Doordat dit boek het zo gedetailleerd omschrijft ga je toch ‘een beetje mee tot op de bodem’, maar dan vanuit de gerieflijke positie van de leesstoel. Complimenten voor de schrijver, gezien de overwinning en de prachtige tekst.
Ik zou zeggen: lees dit boek!
In ieder geval heb ik hele grote bewondering voor de hoofdpersoon, hoe hij zijn verslaving overwonnen heeft. Doordat dit boek het zo gedetailleerd omschrijft ga je toch ‘een beetje mee tot op de bodem’, maar dan vanuit de gerieflijke positie van de leesstoel. Complimenten voor de schrijver, gezien de overwinning en de prachtige tekst.
Ik zou zeggen: lees dit boek!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten